Het beeld van een meisje doemt op. Ze staat daar reddeloos, verloren. Ze kijkt om zich heen, er is niemand. Niemand om verbinding mee te maken, de ruimte om haar heen is eindeloos, geen begin, geen eind. Ze voelt zich onbeschermd, onbegrensd. Er is geen ouder die de armen om haar heen slaat, die haar sust, in haar haar fluistert dat het goed komt. Die haar natuurlijk begrenst met het lichaam, die haar warmte geeft en haar helpt om met het overweldigende gevoel om te gaan.
Emotionele verwaarlozing, ik kom het veel tegen in mijn praktijk. Ogenschijnlijk sterke en mooie mensen, die het uiterlijk gezien allemaal prima op orde hebben, alles onder controle hebben. Niets verraadt de leegte die daarachter schuil gaat, de angst om te leven om te voelen om te ervaren. Het grote gat en de wond die in hun vroege kinderjaren geslagen is.
Emotionele verwaarlozing, er is genoeg over geschreven, over gepubliceerd, onderzoek naar gedaan. Waar je het aan kunt zien in het gedrag van het kind, wat de gevolgen zijn op latere leeftijd. Wat het doet met het aangaan van vriendschappen, relaties. Het hart op slot, angst om mensen toe te laten. Verbinding zoeken, bij nabijheid gelijk afstoten. Niemand mag meer dichtbij komen. De angst dat dat eenzame, reddeloze, machteloze, eindeloze gevoel dat als kind gevoeld werd, weer aangeraakt wordt moet vermeden worden. Er worden beschermingsmechanismen ontwikkeld en copingstrategieën ingezet. Mij heb je niet meer, ik kan het wel alleen, ha!
Totdat je in bed ligt en de duisternis en stilte je overvalt. Dan doet het er even niet meer toe wat het gedrag is dat je laat zien, nu en als kind. Dan helpen theorieën over wat het is en betekent om emotioneel verwaarloosd te zijn er niet meer toe. Het enige wat dan over blijft is een leeg gevoel, een groot zwart gat. Met grote, angstige ogen onderga je het gevoel. Onbegrensd , los van tijd en ruimte. Gevoel van controle verlies. Het verstand lijkt uit, denken is onmogelijk. Het lichaam voelt en ervaart zonder er nog enige grip op te hebben.
Een beangstigende ervaring die mijn cliënten met regelmaat beschrijven. Een gevoel waar ze vanaf willen, wat niet meer gevoeld wil worden. En dat is nu juist waar de heling zit. In plaats van ervan weg te gaan, gaan we het opzoeken. Welke pijn zit er onder die angst? Wat heb je gemist als kind, wie heb je gemist als kind? Wat heb je niet gekregen wat broodnodig was om te leren voelen, te ervaren en te begrenzen? Wat is jouw verhaal?
Keer op keer zie ik dat het gaat om de pijn en de kwetsingen van het alleen staan, van het verlaten voelen en afgewezen worden als kind. Geen verbinding te hebben gevoeld, geen bescherming. Een pijn te groot om nog te kunnen voelen. Een pijn die zorgt voor steken in je buik, voor koude rillingen door je lijf, dat je misselijk wordt, dat je het uit wilt schreeuwen van onmacht.
Dat te durven en kunnen voelen is dapper, moedig, dat vraagt lef. En ik zie het ze doen. En door op zoek te gaan naar hun eigen ouder in zichzelf, gaan ze zichzelf warmte geven, begrenzen, sussen en toefluisteren dat het goed komt. Alles wat ze gemist hebben gaan ze zichzelf alsnog geven. Zodat de ervaring minder beangstigend wordt, de wond heelt tot een litteken en het leven meer aangegaan en omarmd wordt. Ze groeien uit tot autonome volwassenen die weten hoe diep en donker het van binnen kan zijn. Maar inmiddels ook weten hoe het anders kan voelen, die het licht hebben kunnen aanraken. Het licht dat maakt dat ze zich vrijer voelen, lichter, klaar om alle uitdagingen van het leven aan te gaan. De donkerte kennen ze inmiddels, die maakt ze niet meer bang. Sterke en moedige mensen zijn het; ik zie ze elke dag!
Judith Winkel begeleidt als coach transformatieprocessen van zelfafwijzing naar zelfliefde in het bijzonder bij hooggevoelige mensen en volwassen KOPP-kinderen.